Verschillende beroemde schilders hadden het een en ander onder de leden. Claude Monet leed aan staar, Vincent van Gogh had last van psychoses en Willem de Kooning werd op latere leeftijd dement. Had dit invloed op hun schilderkunst en kun je dat zien aan hun werk van voor en na het begin van het ziekteproces?
Dat is wel degelijk het geval, weet klinisch chemicus Paul Franck. Hij deed in zijn werkzame leven veel onderzoek op het gebied van antistoffen, enzymen en het membraan van bloedcellen en wordt in dat vakgebied gezien als een internationale expert. Hij werkte lang in het HagaΖiekenhuis, maar nu hij met pensioen is kan hij veel meer tijd besteden aan zijn andere passie: de kunst. Hij tekent, is beeldhouwer en schilder en geeft lezingen waarin zijn oude vakgebied en de kunst samen komen.
In de lezing ‘De schilder en zijn ziekte’ vertelt hij over behandelingen vroeger en nu en wijst hij op duidelijke verschillen in het werk van beroemdheden als Claude Monet, Edgar Degas, Pierre Auguste Renoir, Henri de Toulouse Lautrec en Vincent van Gogh voor en nadat ze ziek waren geworden.
Hij vertelt er over op 6 juni in De Schakelaar in Pijnacker. Toegang tien euro, kopje koffie inbegrepen.