Lezing over Zeeland ná de ramp

Voor veel Zeeuwen valt de geschiedenis uiteen in twee delen: de tijd voor en de tijd na de watersnoodramp van 1 februari 1953. Bij deze vreselijke overstroming kwamen 1836 mensen om het leven en moesten meer dan 70.000 mensen worden geëvacueerd. 200.000 hectare land kwam onder water te staan.

Iedereen was het er over eens: zo’n ramp zou nooit meer mogen gebeuren. En dus kwam er het Deltaplan, waarbij verschillende van de zeearmen in de Zuidwestelijke delta werden afgedamd en er andere grote waterkeringen werden gebouwd die ervoor zouden moeten zorgen dat zoiets nooit meer zou kunnen voorkomen.

Die werkzaamheden waren noodzakelijk, maar ze hadden tegelijkertijd grote gevolgen voor het gebied en de mensen die er in woonden en werkten. Corine Nijenhuis geeft op 3 oktober een lezing over die gevolgen en over hoe het leven er na de watersnoodramp uit is gaan zien. Met haar Zeeuwse klipper bevoer ze de afgedamde zeearmen en tekende ze de verhalen op van en over de mensen die hun oude werk niet meer konden doen of die zelfs nooit konden terugkeren naar hun vertrouwde omgeving.

De lezing wordt gehouden op een avond van het Historisch Genootschap Oud-Pijnacker. Het begint om 20 uur in De Acker in Pijnacker. Leden hebben gratis toegang, andere belangstellenden betalen vijf euro.